Het voorjaar luidt een tijd van nieuw leven in, maar helaas ook een periode waarin het aantal aangereden dieren sterk toeneemt. Vooral in maart, april en mei komen er meer meldingen binnen van dieren die op of langs de weg zijn gesignaleerd of zijn aangereden. Hoe komt dat? En wat kun je doen als je zelf een dier op de weg aantreft? In dit artikel vertellen we hier meer over en delen we tips.
Voorjaar: een risicovolle tijd voor dieren
Het voorjaar is voor veel dieren het begin van het broed- en voortplantingsseizoen. Dit brengt veranderingen in gedrag met zich mee, die hen kwetsbaarder maken in het verkeer. Zo zoeken vogels langere afstanden af op zoek naar voedsel of een partner. Mannetjes verdedigen hun territorium en zijn daardoor vaak minder alert. Ook jonge dieren, die net het nest verlaten, hebben nog weinig ervaring met wegen en verkeer.
Dieren die vaak slachtoffer worden in deze periode zijn onder andere:
-
Reeën, eenden en ganzen, vooral langs rijkswegen
-
Katten en honden, met name in stedelijke gebieden met veel verkeer
-
Jonge vogels, die hun omgeving nog leren kennen
Waarom zie je vaker aangereden dieren?
Naast het veranderde gedrag van dieren speelt ook het menselijk verkeer een rol. In de lente is het langer licht, waardoor er vaak meer mensen onderweg zijn. Dat verhoogt de kans op ontmoetingen, zoals samen nog even ontspannen op een terrasje na het werk – en helaas ook op aanrijdingen.
Op snelwegen worden aangereden dieren zo snel mogelijk weggehaald, niet alleen uit respect voor het dier, maar ook om de verkeersveiligheid te waarborgen. Dit gebeurt meestal door Rijkswaterstaat, soms in samenwerking met de dierenambulance of politie.
Wat kun je doen als je een dier op de weg ziet?
Als je een (gewond) dier op of langs de weg ziet liggen, is het van groot belang om kalm en verantwoord te handelen. In zulke situaties kun je het beste de volgende stappen ondernemen:
- Veiligheid eerst: zorg ervoor dat je jezelf en andere weggebruikers niet in gevaar brengt. Rem rustig af, maar maak geen onverwachte stuurbewegingen. Zet je voertuig op een veilige plek, bijvoorbeeld langs de kant van de weg en zet de waarschuwingslichten aan.
- Inspecteer de situatie: kijk goed naar het dier. Als het gewond is, wees dan voorzichtig met het aanraken of eventueel verplaatsen van het dier, omdat je het dier verder zou kunnen verwonden. Houd afstand en observeer het gedrag, zodat je kunt inschatten of het dier agressief of bang is.
- Hulp inschakelen: bel de hulpdiensten of de dierenambulance, zodat zij op een veilige manier hulp kunnen bieden. Bel bij onveilige verkeerssituatie, zoals op de snelweg 112 of Rijkswaterstaat. Geef een duidelijke omschrijving van de locatie en het dier, zodat ze snel kunnen ingrijpen.
- Hulp bieden indien nodig: als het dier duidelijk in acuut gevaar verkeert (bijvoorbeeld als het midden op de weg ligt), probeer dan voorzichtig te helpen zonder jezelf of het dier in gevaar te brengen. Soms is het noodzakelijk om het dier tijdelijk van de weg te halen, maar doe dit altijd met uiterste voorzichtigheid.
- Geduld en zorg: als er geen directe hulp beschikbaar is, blijf dan (indien mogelijk) in de buurt van het dier totdat hulp arriveert, zodat je de situatie kunt blijven monitoren en verdere ongelukken kunt voorkomen.
Bron: Nu.nl
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit artikel.